Over de behandeling
Het doel van de behandeling is de totale uitschakeling van de AVM om een bloeding te voorkomen of klachten te verminderen/tot stilstand te brengen. Om het doel te bereiken zijn er verschillende behandeltechnieken. lees meerBehandeling via liesslagader
Voorbereiding
Als u met uw behandelend specialist besluit tot een behandeling via de liesslagader moet er een aantal voorbereidingen worden gedaan. lees meerVoorbereiding
Als u met uw behandelend specialist besluit tot een behandeling via de liesslagader moet er een aantal voorbereidingen worden gedaan.
U wordt opgeroepen voor een poliklinisch bezoek bij de anesthesist (arts die de narcose toedient). Hij of zij beoordeelt de risico’s van het toedienen van de narcose bij uw algehele gezondheid. Soms is hier overleg met andere specialisten voor nodig. De anesthesist geeft ook instructies over de medicatie die wel of niet kunt blijven gebruiken tot aan de behandeling.
U krijgt meestal aansluitend aan de afspraak bij de anesthesist een afspraak bij een arts of verpleegkundig specialist van de afdeling Neurochirurgie. Hier wordt het opnamegesprek en neurologisch onderzoek gedaan. Ook krijgt u uitleg over de procedure, eventuele instructies en kunt u vragen stellen. Mogelijk moet er nog bloed worden geprikt.
Meestal wordt u nuchter opgenomen op de ochtend van de behandeling. De verpleegkundige vangt u op, bereidt u voor en brengt u op het juiste tijdstip naar de behandelkamer.
Na de behandeling
Na de behandeling verblijft u enkele uren op de uitslaapkamer. Als uw situatie stabiel is, gaat u terug naar uw kamer op de verpleegafdeling. lees meerNa de behandeling
Na de behandeling verblijft u enkele uren op de uitslaapkamer. Als uw situatie stabiel is, gaat u terug naar uw kamer op de verpleegafdeling. De verpleegkundige controleert zeer regelmatig uw bewustzijn, bloeddruk, pupilreflexen en uw wond (of insteekopening van de lies). U bent verbonden aan bewakingsapparatuur, infusen en u heeft een blaaskatheter. Op de wond of insteekopening zit een pleister.
Platte bedrust
De eerste uren na de behandeling via de lies moet u plat op bed liggen. U mag het been aan de zijde van de lies dat voor de behandeling is gebruikt niet buigen. Als u bloedverdunners gebruikt, krijgt u meestal een extra drukverband. Dit verband blijft enkele uren zitten en voorkomt dat u een grote blauwe plek krijgt. De verpleegkundige vertelt u wanneer u uit bed mag.
Meestal wordt de insteekopening van de slagader gesloten met een Angio-SealTM. Dit is een soort plugje. In sommige gevallen is dit niet mogelijk. In dat geval wordt na het verwijderen van de katheter uw lies 15 á 20 minuten afgedrukt. U krijgt daarna een drukverband in uw lies. De Angio-SealTM lost in de loop van 3 maanden op.
Wat heeft u nodig tijdens de opname?
Naast uw dagelijkse toilet artikelen, is het meestal prettig om makkelijk zittende kleding en ondergoed mee te nemen aangezien uw lies na de behandeling gevoelig kan zijn.
Het ziekenhuis levert uw medicatie. Het is prettig als u uw eigen medicatie in doosjes meeneemt mochten er problemen zijn met de levering.
U kunt op eigen risico uw waardevolle bezittingen in uw nachtkastje met codeslot achterlaten.
Naar huis
Als u bent hersteld van de narcose en de behandeling mag u de dag na de behandeling naar huis. U ontvangt een controleafspraak bij uw behandelend arts 6 weken na de behandeling. De zaalarts bespreekt voor ontslag de vervolgafspraken met u.
Na een behandeling via de lies mag u 5 dagen na de operatie geen dingen doen waarmee er druk op de lies komt. U mag bijvoorbeeld niet zwaar tillen, persen, autorijden of fietsen.
U mag 24 uur na de operatie weer douchen.
Als u na ontslag nieuwe medicijnen moet slikken, ontvangt u een recept. U kunt met dit recept bij elke apotheek terecht.
Problemen na ontslag
Heeft u in de week na de behandeling last van onderstaande symptomen, neem dan contact op met uw huisarts of de afdeling van uw behandelcentrum. lees meerProblemen na ontslag
Heeft u in de week na de behandeling last van onderstaande symptomen, neem dan contact op met uw huisarts of de afdeling van uw behandelcentrum.
- u voelt zich suffer worden
- u bent misselijk en moet braken
- u heeft uitvalsverschijnselen, zoals bemoeilijkte spraak of verminderde kracht
- de wond in de lies zwelt
- de wond of lies wordt rood en de pijn neemt toe
- er komt bloed, vocht of pus uit de wond
- u heeft geen gevoel in uw been en/of uw been doet pijn
- u heeft koorts
- uw hoofdpijn wordt erger
Operatieve behandeling
Voorbereiding
Als u met uw behandelend specialist besluit tot het operatief verwijderen van het AVM moeten er een aantal voorbereidingen worden gedaan. lees meerVoorbereiding
Als u met uw behandelend specialist besluit tot het operatief verwijderen van het AVM moeten er een aantal voorbereidingen worden gedaan.
U wordt opgeroepen voor een poliklinisch bezoek bij de anesthesist (arts die de narcose toedient). Hij of zij beoordeelt de risico’s van het toedienen van de narcose bij uw algehele gezondheid. Soms is hier overleg voor nodig met andere specialisten. De anesthesist geeft ook instructies over de medicatie u wel of niet kunt blijven gebruiken tot de behandeling.
U krijgt meestal aansluitend aan de afspraak bij de anesthesist, ook een afspraak bij een arts of verpleegkundig specialist van de afdeling Neurochirurgie. Hier wordt het opnamegesprek en neurologisch onderzoek gedaan. Ook krijgt u uitleg over de procedure, eventuele instructies en kunt u vragen stellen. Mogelijk moet er nog bloed worden geprikt.
Meestal wordt een dag voor de behandeling een MRI gemaakt van uw hersenen om de precieze locatie te bepalen van het AVM als navigatie voor de chirurg. Als hier het weekend tussen zit mag u deze dagen thuis verblijven. Ook wordt er deze dag nog bloed geprikt.
Meestal wordt u nuchter opgenomen op de ochtend van de operatie. De verpleegkundige vangt u op, bereidt u voor en brengt u op het juiste tijdstip naar de operatiekamer.
Na de behandeling
Na de behandeling verblijft u mogelijk een nacht op de Intensive Care of Medium Care zodat we uw functies goed kunnen bewaken. lees meerNa de behandeling
Na de behandeling verblijft u mogelijk een nacht op de Intensive Care of Medium Care zodat we uw functies goed kunnen bewaken. Uw behandelend arts en anesthesist (arts die de narcose toedient) bepalen of dit nodig is.
De verpleegkundige controleert zeer regelmatig uw bewustzijn, bloeddruk, pupilreflexen en uw wond (of insteekopening van de lies). U bent verbonden aan bewakingsapparatuur, infusen en u heeft een blaaskatheter. Op de wond of insteekopening zit een pleister.
Wat heeft u nodig tijdens de opname?
Naast uw dagelijkse toiletartikelen, is het meestal prettig om makkelijk zittende kleding mee te nemen.
Het ziekenhuis levert uw medicatie. Het is prettig wanneer u uw eigen medicatie in doosjes meeneemt mochten er problemen zijn met de levering.
U kunt op eigen risico uw waardevolle bezittingen in uw nachtkastje met codeslot achterlaten.
Naar huis
Als u probleemloos bent hersteld van de operatie mag u naar huis. Dit is vaak 2 a 3 dagen na de operatie, afhankelijk van hoe u zich voelt. U ontvangt een controleafspraak bij uw behandelend arts 6 weken na de behandeling. De zaalarts bespreekt voor ontslag de vervolgafspraken met u.
U mag 24 uur na de operatie weer douchen.
Als u na ontslag nieuwe medicijnen moet slikken, ontvangt u een recept. U kunt met dit recept bij elke apotheek terecht.
Heeft u hechtingen die niet vanzelf oplossen? Uw huisarts kan deze na 8 dagen verwijderen. U krijgt hierover informatie bij ontslag.
Problemen na ontslag
Heeft u in de week na de behandeling last van onderstaande symptomen, neem dan contact op met uw huisarts of de afdeling van uw behandelcentrum. lees meerProblemen na ontslag
Heeft u in de week na de behandeling last van onderstaande symptomen, neem dan contact op met uw huisarts of de afdeling van uw behandelcentrum.
- u voelt zich suffer worden
- u bent misselijk en moet braken
- u heeft uitvalsverschijnselen, zoals bemoeilijkte spraak of verminderde kracht
- de wond in de lies zwelt
- de wond of lies wordt rood en de pijn neemt toe
- er komt bloed, vocht of pus uit de wond
- u heeft geen gevoel in uw been en/of uw been doet pijn
- u heeft koorts
- uw hoofdpijn wordt erger
Behandeling met Gamma-knife
Voorbereiding
Als u samen met de Gamma-knife specialist besluit om deze behandeling te ondergaan, moet er een aantal voorbereidingen worden gedaan. lees meerVoorbereiding
Als Gamma-knife behandeling tot de behandelmogelijkheden behoort, dan bespreekt uw behandelend arts uw gegevens met de Gamma-knife specialist. U wordt uitgenodigd voor een gesprek in het Gamma-knife centrum. Als u samen met de Gamma-knife specialist besluit om deze behandeling te ondergaan, moet er een aantal voorbereidingen worden gedaan.
Op de dag van de behandeling wordt u op de afgesproken tijd verwacht in het Gamma-knife Centrum. U moet nuchter zijn voor de behandeling. Een verpleegkundige en radiotherapeutisch laborant ontvangen en begeleiden u gedurende de dag.
De behandeling start met het plaatsen van een lichtgewicht metalen frame, onder plaatselijke verdoving, dat met behulp van schroeven stevig op uw hoofd wordt geplaatst. Dit frame is nodig voor het nauwkeurig maken en uitvoeren van het behandelplan. Voorafgaand aan het plaatsen van het frame krijgt u pijnstilling door middel van een injectie in uw bovenbeen en een tabletje. Tijdens het plaatsen van het frame ontstaat een drukgevoel in en op het hoofd. Dit drukgevoel zakt na een paar minuten vanzelf weer weg. In de loop van de ochtend wordt een plastic helm op het frame geplaatst om de afmetingen van uw hoofd te bepalen.
Daarna wordt een MRI-scan en een angiografie (röntgenfoto van de bloedvaten) gemaakt. Deze zijn nodig om de plaats van de AVM nauwkeurig te kunnen bepalen. Bij het maken van de MRI-scan wordt u met het frame bevestigd aan de tafel van de MRI-scanner. Bij de angiografie krijgt u een contrastmiddel toegediend. Dit contrastmiddel zorgt voor een goede afbeelding van de AVM op een röntgenfoto. Het contrastmiddel kent lichte bijwerkingen, zoals een warm gevoel dat door het lichaam trekt, een vreemde smaak in de mond en drang om te plassen. Soms kunt u last krijgen van een gevoel van misselijkheid. Deze symptomen verdwijnen meestal na enkele minuten. Het contrastmiddel wordt toegediend via een dunne katheter (slangetje) via de liesslagader. Deze katheter wordt via de bloedbaan opgeschoven tot aan het gebied waar het contrastmiddel nodig is. Na het maken van de röntgenfoto’s wordt de katheter weer verwijderd uit de slagader in de lies en deze wordt daarna ongeveer 10 minuten stevig dichtgedrukt. Na de angiografie komt u terug naar de patiëntenkamer en moet u 4 uur plat in bed blijven liggen. Het maken van de MRI-scan en angiografie duurt ongeveer 1½ uur.
De radiotherapeut-oncoloog, neurochirurg en klinisch fysicus stellen samen een behandelplan op. Hierbij wordt berekend hoe en hoe vaak u in het apparaat moet schuiven, de zogenoemde shots. De tijd om het plan te maken is afhankelijk van de afwijking. U kunt intussen in de kamer verblijven. Wanneer het plan klaar is, wordt dit digitaal doorgestuurd naar het bestralingsapparaat.
U wordt met het frame aan de behandeltafel bevestigd. De radiotherapeutisch laborant zal de laatste controles uitvoeren en verlaat vervolgens de behandelkamer en dan wordt de behandeling gestart. Tijdens de behandeling wordt de te behandelen afwijking stapsgewijs in het middelpunt van het Gamma-knife geplaatst. Dit gebeurt door middel van kleine tafelverschuivingen. U wordt tot ongeveer uw middel in het toestel geschoven om bestraald te worden. U voelt, ruikt of ziet niets van de straling die tijdens de behandeling gebruikt wordt. Tijdens de behandeling is het mogelijk om met de laborant te praten via een intercomsysteem. De laborant kan u ook zien via een camerasysteem. Het is tijdens de behandeling ook mogelijk om naar de radio of uw eigen muziek cd te luisteren. De duur van de behandeling is pas bekend na het maken van het behandelplan en kan tot enkele uren duren.
Na de behandeling
Na de behandeling wordt het frame afgenomen. Tijdens het afnemen van het frame kan een drukgevoel in en op het hoofd ontstaan die hoofdpijn kan geven. U kunt nog dezelfde dag naar huis. Zorg voor begeleiding: u mag zelf geen voertuig besturen. lees meerNa de behandeling
Na de behandeling wordt het frame afgenomen. Tijdens het afnemen van het frame kan een drukgevoel in en op het hoofd ontstaan die hoofdpijn kan geven. Als deze hoofdpijn optreedt kan u een pijnstiller vragen. Nadat het frame is afgenomen blijft u, als dat nodig is, nog even in de kamer om wat te rusten.
U kunt nog dezelfde dag naar huis. Zorg voor begeleiding: u mag zelf geen voertuig besturen. Voordat u naar huis gaat is er een eindgesprek met de radiotherapeut-oncoloog waarin de behandeling, controles en de mogelijke bijwerkingen met u nogmaals worden besproken.
Problemen na ontslag
Door de gebruikte schroeven ontstaat soms in de eerste week na de behandeling een zwelling van de oogleden en/of een doof gevoel op het hoofd. Er bestaat een risico op schade door de behandeling zelf. Ernstige schade is zeer zeldzaam. lees meerProblemen na ontslag
Door de gebruikte schroeven ontstaat soms in de eerste week na de behandeling een zwelling van de oogleden en/of een doof gevoel op het hoofd. De zwelling verdwijnt na enkele dagen, het dove gevoel kan langer blijven bestaan.
Afhankelijk van de plaats van de AVM kan in dit gebied haaruitval optreden. Meestal zijn er verder geen klachten na de behandeling. Als er toch acute klachten optreden, kunt u contact opnemen met de afdeling waar u bent behandeld.
Er bestaat een risico op schade door de behandeling zelf. Ernstige schade is zeer zeldzaam. Het soort schade en de kans hierop bespreekt de behandelend arts met u. Als het risico te groot is, wordt de behandeling niet uitgevoerd.